We produceren jaarlijks 311 miljoen ton nieuw plastic. In onze oceanen en zeeën drijft dan ook steeds meer plastic afval. Jaarlijks komt er zo’n 5 miljoen ton in terecht. Dit komt van afval wat we op straat weggooien, visnetten die achterblijven, maar ook door het wassen van synthetische kleding of door je tanden te poetsen. Al deze verschillende soorten plastic vormen samen in de zeeën en oceanen de plasticsoep.
Door verwering, zonlicht en golfslag valt groot plastic uit elkaar in kleine stukjes. Dit leidt tot ernstige verontreiniging. In 1997 zeilde kapitein Charles Moore van Hawaii naar Zuid-Californië door de North Pacific Gyre, een normaal gesproken ongebruikelijke route. Daar, midden op de Grote Oceaan, zag hij dagelijks stukken plastic langs drijven. Later keerde hij naar het gebied terug om nader onderzoek te doen. Het bleek te gaan om een significant hogere concentratie van plastic dan elders in de oceaan. Dat plastic bleek niet alleen te drijven, maar ook te zweven in de waterkolom. Moore noemde het verschijnsel de ‘plastic soup’, ofwel plasticsoep, de term die nu in de hele wereld in gebruik is.
De oceanen beslaan 72% van het aardoppervlak en zijn onze voornaamste zuurstofleveranciers. Voor meer dan de helft van de wereldbevolking is de oceaan de voornaamste voedselbron. Maar omdat plastic niet verteert langs de biologische weg, is de plastic soep voor veel zeedieren dodelijk.
Voeg een review toe