De herijkte geschiedenis van de Canon van Nederland: bejubelen of een gemiste kans?

Van de additieve tot de transformatieve aanpak

Laten we één ding duidelijk maken. Ik ben geen historicus of geschiedenisleraar. Ik bedoel evenmin het werk van de verschillende deskundigen wier inspanningen in dit proces zijn gestoken te ondermijnen. Ik ken sommigen persoonlijk en ik heb veel respect voor hun werk en voor de vele dialogen die moeten hebben geleid tot de productie van een herziene Canon. Maar elke onderwijshervorming van dit kaliber zal ongetwijfeld bekritiseerd worden. En elke onderwijshervorming die wordt gepubliceerd met de Black Lives Matter-beweging op de achtergrond, heeft de pech dat hij in de schijnwerpers wordt gezet.

De vrijheid die de commissie kreeg, had niet alleen een immense verantwoordelijkheid. Het bood ook enorme kansen. Een kans om geschiedenisonderwijs te transformeren en op weg te gaan naar interculturele verhalen die iedereen eigen voelen. En na 10 jaar werk op het gebied van intercultureel onderwijs ben ik kritisch genoeg om daarbij stil te willen staan. Zoals de commissie zelf al schreef, “wie in de Canon niets mist, mist iets”.

Ik kijk naar de Canon als witte vrouw, als migrant van Hongaarse-Joodse afkomst, als consultant, docent en curriculum coördinator, en als mede-oprichter van de superdiverse school DENISE, waar elke leerling de behoefte heeft om zichzelf in het curriculum te herkennen. Laten we dus tussen alle aanmoedigingen voor de nieuwe Canon ook eens kijken naar de blinde vlekken.

Wiens beeld?

Geschiedenis is een sociale constructie, zoals we allemaal weten. Het draait allemaal om macht – over wiens verhaal we vertellen en vanuit wiens perspectief. En dus is het motto van de nieuwe Canon van ex-Canon-commissielid Els Kloek een behoorlijk statement:

“[De Canon] is er om een beeld te geven van de Nederlandse geschiedenis, niet om genoegdoening te geven aan iedereen die ooit werd achtergesteld.”

Wat is er mis met die verklaring? Allereerst, de Canon is over het geven van een beeld – het beeld dat je kiest te geven. Als zodanig had de Canon-commissie (meestal – maar niet uitsluitend – witte mensen in dit geval) er net zo goed voor kunnen kiezen om dat wel te doen: neem de groepen op die ooit zijn onderdrukt door hun verhalen op gelijke voet te vertellen. Of het nu gaat om een genoegdoening of omdat het ook hun geschiedenis is? Beide lijken mij geldige redenen.

En natuurlijk hebben ze dat tot op zekere hoogte ook gedaan. Het is duidelijk dat de commissie op de hoogte was van de wit-mannelijk-eurocentrische tekortkomingen van de oude Canon. Ze hebben verschillende vrouwen aan de Canon toegevoegd, ze hebben een paar mensen van kleur toegevoegd, het is minder Hollands geworden, en er is sprake van een internationale dimensie. Ze zijn zelfs verder gegaan en hebben in verschillende vensters aandacht besteed aan het dagelijks leven en de gewone mens. Een deel van mij wil daar dankbaar voor zijn en tevreden zijn. Maar een ander deel van mij blijft vragen stellen en afvragen of iemand die bij het proces betrokken was ooit van James Banks en Multicultural education had gehoord.

Wiens verhaal?

Laten we de vensters eens bekijken. Vrouwen. Ja, er zijn vrouwelijke helden toegevoegd. Dat is een belangrijke stap. Maar… zijn er geen noemenswaardige vrouwen tussen de dood van Maria van Bourgondië in 1482 en de publicatie van ‘Sara Burgerhart’ in 1782? Zijn vrouwen in die 300 jaar onopgemerkt gebleven? En zo ja, in termen van grote historische prestaties, is dat dan geen reden om opnieuw te onderzoeken wat we verstaan onder historische prestaties? Vrouwen moeten in die 300 jaar iets hebben gedaan! En wat ze dan ook deden zou daarom een geldig onderdeel van de Nederlandse geschiedenis zijn, als de geschiedenis vanuit een vrouwelijk perspectief was geschreven.

Ja, vrouwelijke schrijvers zijn in drie verschillende gevallen aan de nieuwe Canon toegevoegd. Dat is een positieve toevoeging. Maar waarom zouden we daar tevreden mee zijn: met onze toevoeging aan de Canon? Waarom kunnen we het niet net zoals mannen toe eigenen? Oorlog, bestuur, handel, ontdekkingsreizen, steenkoolwinning en zelfs sport – dit zijn allemaal voornamelijk mannelijke ervaringen, mannelijke verhalen. Waarom kan de geschiedenis voor eens niet vanuit een vrouwelijk perspectief worden gedefinieerd?

En hoe zit het met etniciteiten? Met de zwarte bevolking, slavernij en dekolonisatie, bijvoorbeeld? Waarom gaan de enige gemarkeerde verhalen rond zwarte mensen over slavernij, kolonisatie en dekolonisatie? Als we al hebben vastgesteld dat zwarte mensen sinds Rembrandts tijd in het land wonen, kunnen we dan niet aannemen dat ze ook andere verhalen hebben dan dat ze tot slaaf worden gemaakt en gekoloniseerd, en ertegen vechten? En als we weten dat zwarte soldaten tijdens de Tweede Wereldoorlog een tiende deel uitmaakte van de Amerikaanse bevrijding krachten in Nederland, is dat dan niet een verhaal dat de moeite waard is om te benadrukken? De afwezigheid van dit alles – is dat niet een teken dat de Canon nog steeds is geschreven vanuit een wit perspectief?

En hoe zit het met de andere etnische minderheden? Is hun enige narrative die van gastarbeiders? Van de tentoonstelling ‘Hollandse Meesters her-zien” weten wij dat ze er ook al lang waren.

En vrouwen van kleur? Zwarte vrouwen? Marokkaanse vrouwen? Chineze vrouwen? Waarom ontbreken ze volledig in die verhalen? Vragen we hier te veel? Zwart zijn en een vrouw, en toch vertegenwoordigd willen zijn? Wijst deze afwezigheid er niet op dat de Canon nog steeds wordt geschreven vanuit het perspectief van een witte man?

Wiens perspectief?

We zijn er in ieder geval in geslaagd het Eurocentrische label van ons af te schudden, toch? Er wordt over de Caraïben gesproken! Ja. Er wordt over de Caraïben gesproken. Maar vanuit welk perspectief?

“De eilanden die tot 2010 de Nederlandse Antillen vormen, zijn in de zeventiende eeuw door Nederland veroverd. Nog altijd maken ze deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. “ 

Hier is de enige relevantie die aan de Caribische eilanden wordt gegeven, dat ze door de Nederlanders zijn gekoloniseerd zonder vermelding van het leven in de Caraïben vóór de kolonisatie. Alsof deze eilanden en hun inwoners door het koloniseren in het leven waren geroepen. Als dat geen eurocentrisch perspectief is, dan is niets dat! Iets hierover had een belletje moeten doen rinkelen bij de in Amerika geboren James Kennedy, zou je denken.

Maar laten we nogmaals luisteren naar Kennedy die de vraag beantwoordt of de Canon is beïnvloed door ‘recente’ gebeurtenissen, zoals het ‘racisme-debat’.

“We moeten natuurlijk een Canon opstellen die 10 jaar meegaat, en dan wil je in die zin niet reageren op iets wat van de laatste weken is. Want dan weet je niet hoe dat over een paar maanden zou uitpakken. Dus als wij nu iets daarover zouden zeggen, zou dat ook gauw verouderd raken. Wij moeten ons richten ook als historici op lange termijn ontwikkelingen en niet wat er recentelijk is gebeurd.”

Werkelijk? Horen we van de man die verantwoordelijk is voor het herijken van de Nederlandse geschiedenis Canon dat hij de Black Lives Matter-beweging een ‘recente gebeurtenis’ noemt en als voorbijgaand ding lijkt te beschouwen? Is het ‘racisme-debat’ nieuws voor hem? Betwijfelt hij of BLM een langetermijnontwikkeling zou worden? Moeten historici niet de eersten zijn die beseffen wanneer er een sociale transformatie gaande is? Iets zegt me dat ze de verkeerde (White-Western-50 +) man voor de klus hebben gekozen.

Transformerende transformatie

Misschien over tien jaar zal iemand anders die functie bekleden. Misschien een vrouw. Misschien een vrouw van kleur. Misschien een moslimvrouw van kleur. Misschien een jonge moslimvrouw van kleur. Misschien een jonge moslimvrouw van kleur die ervaring heeft met multicultureel onderwijs.

Iemand die weet dat na Banks’ Level 2 van ‘The Additive Approach ‘, Level 3 komt,’ de Transformative Approach ’en Level 4,‘ The Social Action Approach ’. 

Iemand die weet dat je meer kunt doen dan ‘etnische’ content toevoegen aan het reguliere curriculum. Iemand die weet dat je, om inclusieve historische verhalen te creëren, fundamentele veronderstellingen en structuren in twijfel moet trekken. Dat studenten de complexiteit van de samenleving alleen begrijpen als ze het samenspel van verschillende perspectieven en referentiekaders over historische gebeurtenissen en ontwikkelingen ervaren. Dat je geschiedeniseducatie kunt koppelen aan burgerschapseducatie door te kiezen voor de ‘Social Action Approach’ en studenten te helpen politieke doeltreffendheid te verwerven. Misschien wordt de Canon dan echt getransformeerd en transformerend.

En misschien duurt het niet 10 jaar. Te oordelen naar de snelheid van het vallen van bepaalde standbeelden, zal het niet lang duren voordat ook deze Canon ondervraagd wordt. En hier is een kans en een taak voor de rest van ons: het verzamelen van de verhalen, perspectieven en structuren die ontbreken voor een transformatie. Om klaar te staan als de nieuwe commissie aan de slag gaat. Om de Canon samen als land te veranderen in een gedeelde, interculturele vertegenwoordiging van ons allemaal.

Bronnen:

Banks (2010) “Approaches to Multicultural Reform” Multicultural Education. Issues and Perspectives. 7th ed.

Foto van Mari Varsanyi

Mari Varsanyi

Mari Varsányi, afkomstig uit Boedapest, Hongarije, woont en werkt sinds 2010 in Amsterdam. Na 8 jaar werkervaring in het onderwijs als docente Engels, curriculum coördinator, Intercultural Competence coördinator en mede-oprichter van de superdiverse school De Nieuwe Internationale School van Esprit, heeft zij haar eigen bedrijf opgezet, human-ed. Sindsdien werkt zij als trainer en consultant mee aan ontwikkelingen rondom inclusief onderwijs binnen de onderwijs-en museale sectoren. Mari gebruikt haar expertise in intercultureel onderwijs en haar identiteit om sociale vraagstukken vanuit intersectionaliteit te belichten, om daardoor sociale cohesie te bevorderen.

Inhoud

Recente blogs

Verder op Voor de klas